Wu Xia’s Liefde voor de uitbuiter
Sundress (吊带裙) - Wu Xia
The packing area is flooded with light
the iron I’m holding
collects all the warmth of my hands
I want to press the straps flat
so they won’t dig into your shoulders when you wear it
and then press up from the waist
a lovely waist
where someone can lay a fine hand
and on the tree-shaded lane
caress a quiet kind of love
last I’ll smooth the dress out
to iron the pleats to equal widths
so you can sit by a lake or on a grassy lawn
and wait for a breeze
like a flower
Soon when I get off work
I’ll wash my sweaty uniform
and the sundress will be packed and shipped
to a fashionable store
it will wait just for you
unknown girl
I love you
(Engelse Vertaling door Eleanor Goodman)
De spullen die we kopen zijn vaak alleen dat: spullen. Als ze al een persoonlijke betekenis hebben, dan is dat er een die ontstaat na aankoop. Het merendeel van onze spullen blijft simpelweg middel voor ons genot of ons gemak. Toch heeft elk product al een verhaal in zich, hebben ze een reis meegemaakt die gewoonlijk meerdere continenten behelst.
Nu weet iedereen dat spullen zoals elektronica en kleding gewoonlijk over de hele wereld worden verscheept, maar beseffen we werkelijk wat dat inhoudt? Beseffen we dat een mens duizenden kilometers ver weg voor te weinig geld en in slechte omstandigheden dit product in hun handen heeft gehouden, het heeft gemaakt tot wat het nu is?
De stem van de arbeider
Het gedicht “Sundress” van Wu Xia (邬霞) drukt onze neus op dit feit. Wu Xia is een dagongmei, een jonge, vrouwelijke migrantarbeider. Net als miljoenen andere vrouwen verliet zij als tiener het Chinese platteland om naar de grote stad te trekken en te werken in een van de duizenden fabrieken, die met name produceren voor de westerse afzetmarkt. Net als hun mannelijke tegenhangers worden de dagongmei behandeld als tweederangsburgers. Niet alleen is discriminatie wijdverbreid, ook hebben ze regelmatig geen recht op gezondheidszorg of onderwijs, omdat ze officieel geen inwoner zijn van de stad waar ze werken.
Migrantarbeiders maken een omvangrijk deel uit van de Chinese bevolking; de schatting is zo’n 200 miljoen mensen. Het is dus geen wonder dat er enkelen onder hen zijn die schrijven en de laatste twintig jaar is er dan ook een nieuwe stroming in de Chinese literatuur opgekomen: dagongshige, wat je zou kunnen vertalen met “migrantarbeiderspoëzie”. In 2016 verscheen Iron Moon, een bloemlezing met gedichten van meer dan dertig migrantarbeiders vertaald naar het Engels.
Door de diversiteit aan stemmen en ervaringen is de bundel in zijn geheel een aanrader, maar “Sundress” sprong me misschien wel het meest in het oog. Wat me zo trof aan het gedicht is de liefdevolle houding jegens de consument. Er is geen boos, geen verontwaardigd, geen jaloers woord voor de ingebeelde drager van de jurk. De schoonheid is vele malen groter dan wrok.
Dagdromen over het onbereikbare
Deze affectie is bewonderenswaardig wanneer je je bedenkt in welke situatie de ik-persoon van het gedicht verkeert tijdens haar gedagdroom. Haar dagelijks leven wordt niet getekend door schoonheid. Ze werkt in een kil vertrek gevuld met ijzeren machinerie en onverschilligheid. Haar bazen geven niet om haar liefde, maar om winstoptimalisatie. Haar eigen outfit staat in directe tegenstelling met de mooie zomerjurk; het is een bezweet uniform, functioneel en zonder greintje esthetiek.
Haar mijmerende woorden klinken alsof ze weet dat zo’n jurk nooit aan haar zal toebehoren, alsof een welvarend leven niet voor haar is weggelegd. Haar rest de taak iets moois te maken voor iemand anders, en te dagdromen over die vrouw aan de andere kant van de wereld. De jurk moet haar vast prachtig staan, denkt ze terwijl ze zwoegt. Het deed me denken aan het nummer “Overvecht” van Spinvis, waarin hij zingt: “Drink op degene die wel wisten hoe, op geluk, en succes, het is ze allemaal gegund.”
Het gedicht eindigt met “I love you”, die drie woorden die zo veelbetekenend kunnen zijn, maar vaak verworden tot een sentimenteel cliché. In popnummers wordt “I love you” veelvuldig gebruikt als afsnijweggetje naar emotionele lading, mist het kracht omdat het zo gecalculeerd klinkt. Wu Xia’s “I love you” (我爱你) is een wereld van verschil; haar belangeloze liefde voor een volstrekte vreemdeling is waarlijk ontzagwekkend.
Aanklacht en Wens
Ontzagwekkend maar ook afschrikwekkend, want wij zijn die vreemdeling. Het gaat om onze kleding, onze spullen, onze uitbuiting. Wij paraderen in mooie kleren en vieren ons zorgeloze leven van schoonheid. Waar halen we eigenlijk het lef vandaan?
De gedichten in Iron Moon klinken geregeld als aanklachten tegen onderdrukking, en doen de westerse lezer reflecteren over de ongelijkheid in ons huidige mondiaal kapitalisme. Het decor bestaat uit koude TL-buizen, hard ijzer, onmenselijke werkuren, ontmenselijkte mensen. “Sundress” is heel anders: het klinkt niet bitter, het is geen aanklacht. Dat maakt het niet minder ongemakkelijk voor de lezer, integendeel, het is juist dáárdoor dat het schuldgevoel sterker overkomt.
De zomerjurk dient als een verbintenis tussen twee vrouwen. Wu Xia kijkt via die lappen stof naar ons en wenst ons het beste. Laten we haar beantwoorden. Kijk naar je klerenkast, zie het verhaal van een product, bedenk de offers die ervoor gebracht zijn. Misschien kunnen we de talloze naamloze arbeiders ook een leven van schoonheid gunnen.
Reacties
Een reactie posten