Het Machteloos dromen van de Ambtenaar - de Verhalen van Nikolaj Gogol

 Een van mijn favoriete verhalenbundels is Nikolaj Gogols Peterburgse Vertellingen. Over Gogol, een van de vaders van de moderne Russische literatuur, wordt ook wel gezegd dat alle Russische schrijvers ‘uit Gogols mantel voortkomen’, de mantel verwijzend naar een van zijn bekendste verhalen. Door middel van dat verhaal en Dagboek van een gek wil ik Gogols kijk op de moderne vervreemding onder de loep nemen.


Vervreemding onderaan de ladder

De protagonisten van deze twee verhalen lijken veel op elkaar. Beiden zijn het tragische personages, eenzame ambtenaren die over zich heen laten lopen. Hoogstaande mensen om hen heen bepalen hun leven, en ze hebben geen grip op hun omgeving. Zoekend naar een bestaan dat wel betekenis heeft, vervreemdt hun kijk op de realiteit langzamerhand. 

Akaki Akakijevitsj, de hoofdpersoon van De Mantel, wordt door zijn collega’s gezien als een zonderlinge verschijning. Zijn grote passie vindt hij in zijn werk; het kopiëren van officiële documenten. Hierdoor wordt hij scheef aangekeken door de anderen op kantoor; zijn interesses passen niet binnen de verwachtingen van kleinburgerlijk Rusland, dat zich meer bezig houdt met feestjes en vleierij. 

Als lezer vind je het hoofdpersonage ook wat vreemd: stel nou dat iemand nu werkelijk enthousiast was over het bijhouden van administratie in een excelbestand, en niets anders dan dat? De repetitieve taken die we zo normaal vinden te doen voor geld, worden abnormaal als je bedenkt dat ze ook leuk gevonden kunnen worden. Bij mijn eigen werk moet ik ook regelmatig repetitief administratief werk doen. Soms merk ik bij mezelf een zeker ordelijk enthousiasme daarover, wat raar aandoet, alsof ik Stockholmsyndroom heb.

De prestige van de moderne arbeid is niet gebaseerd van het plezier dat je eruit haalt, of het talent dat je ervoor hebt. Het is bovenal een kwestie van status: heb je mensen boven je staan of mag jij wat mensen rondcommanderen? Als dat je niet is toebedeeld, kan je je maar schikken in de burgerlijke prestige van het goed kunnen babbelen op feestjes en het etaleren van mooie kleren. Door aanhoudende druk geeft Akaki ook toe aan deze verleidingen, ook al is hij aanvankelijk daar niet in geïnteresseerd. Uiteindelijk blijkt het ook zijn lot niet te zijn zich hogerop te werken op de sociale ladder.

Dan de hoofdpersoon uit het Dagboek van een gek, Propitsjin. Hij is arroganter dan Akaki, minder naïef, minder onschuldig. Vanaf het begin schijnt al een bepaalde hypocrisie door; hij geeft niets om de blaaskaken met hun hoge status, maar vindt tegelijkertijd wel dat hij die plek verdient. Hij verzet zich niet tegen de burgerlijke hiërarchie, maar wil slechts de toppositie voor zichzelf. Ook al is hij vol praatjes, spoedig blijkt dat hij sociaal onhandig is en geen goed figuur weet te slaan. Zijn gebrek aan zelfkennis en reflectie is in het begin komisch, maar wordt tragischer naarmate het verhaal vordert. 


De Mislukte Klim

En al zijn de personages heel anders, de tragedie vertoont parallellen. Ze gaan de fout in wanneer ze zichzelf omhoog willen werken, erbij willen horen, ontsnappen uit hun buitenbeentjesbestaan. Propitsjin leeft in een waanvoorstelling waarin zijn genialiteit wel erkend wordt. Akaki probeert nog hogerop te komen door zich aan te passen, al blijkt dat onbereikbaar blijkt te zijn. Ze zijn fundamenteel niet in staat om zich aan hun noodlot van armetierigheid te ontdoen. Het is een dagdromen over een plek vinden waar men past, omdat de positie van ambtenaar, in zijn lage statuur en met zijn vervreemdende werk, geen gemoedsrust geeft.

Of toch niet helemaal, want Akaki is eerst helemaal niet ontevreden met zijn leven of carrière. Pas wanneer hij zijn versleten mantel moet vervangen, beseft hij dat dit een kans is op een beter leven. Het lijkt een tragisch toeval dat hij in deze valkuil is gestapt. Zonder prestige was hij gelukkig, maar toen oog in oog kwam met een glinsterend toekomstvisioen, werd hij meegesleept en maakte hij de fout die altijd gebeuren moest.

Propotsjin begint zich daarentegen meer en meer terug te trekken. Andere mensen zijn zijn aanwezigheid niet waard. Wanneer hij op een ochtend de krant leest, besluit hij een nieuwe identiteit aan te nemen, die beter past bij een mens met zijn kwaliteiten. Dit waanbeeld wordt op geweldige wijze vanuit zijn perspectief beschreven. De aftakeling van zijn mentale toestand is meeslepend en pijnlijk.


De Ambtenarenroman

Gogol leefde in de 19e eeuw. In deze periode kwam in Groot-Brittannië een nieuw literair genre op, dat paste bij de sociale, technologische en economische ontwikkelingen van dat land: de industriële roman. In de industriële roman worden vragen gesteld over de conflicten tussen de klassen, de nieuwe en verwarrende verhoudingen in de samenleving. Thema’s als urbanisatie, fabrieksarbeid, en groeiende ongelijkheid staan centraal. Kort gezegd gaan deze boeken over de moderniteit en welke impact dat heeft op het mens zijn.

Maar misschien wel nog typerender voor de opkomende moderniteit zijn de burgerlijke verhalen van Gogol zoals De Mantel en Dagboek van een Gek. Ik denk tenminste dat ze actueler zijn, en nog herkenbaar voor mensen vandaag de dag. De Nederlandse samenleving kent geen omvangrijke klasse van fabrieksarbeiders, maar de groep ambtenaren groeit en groeit en groeit. Aan de zin van onze bureaucratie wordt veel getwijfeld, net zoals aan het overschrijven van Akaki. De vervreemding van de middenklasse is een veelbesproken thema. Het stikt van de Bullshit Jobs, werk dat geen zin geeft, geen nut heeft, maar wel prestige biedt. Gogol stelt tragisch een ontsnapping uit dit leven voor sommige mensen niet is weggelegd. Of je nu kiest om te strijden op een plekje bovenaan de ladder, of om weg te vluchten in je eigen illusies, het zal niet goed aflopen als je je laat leiden door hang naar prestige, in een wereld waarin het verkeerde wordt gewaardeerd

Reacties

Populaire posts van deze blog

Muziek, Anarchie & Zweven buiten het Universum - Jan de Meyers De Weg & De Deugd

De Zoektocht naar het Menselijke na Mao: Dai Houyings Stones of the Wall

De Litouwenrel: China's praktijk in de internationale betrekkingen