Maoïsme en de constructie van de "Nieuwe Vrouw"


Toen Chinese studenten begin 20e eeuw in verzet kwamen tegen de verouderde traditionele cultuur, was een van de grootste kritiekpunten de onderdrukking van vrouwen. De patriarchale structuur in de samenleving werd geweten aan het confucianisme, dat al meer dan 2000 jaar zijn invloed uitoefende in China. Feministen als Qiu Jin zetten zich af tegen deze geschiedenis en streden voor de gelijkheid tussen man en vrouw, bijvoorbeeld door te pleiten voor het afschaffen van voetbinden, die gruwelijke maar toch immens populaire traditie. Een van de grote doelen van de modernisering was het emanciperen van vrouwen, zodat zij op gelijke voet met mannen mee zouden kunnen doen in de samenleving.


De communistische partij onder Mao omarmde deze idealen, en propageerde ze ook. Met het afschaffen van het feodale systeem en de glorieuze intrede van het socialisme zou ook de positie van de vrouw sterk verbeteren, was het verhaal. Een mooi voorbeeld van deze propaganda is het boek New Women in New China uit 1972, dat ik laatst toevallig tegenkwam in een kringloopwinkel. Hoe werd over vrouwen gepraat in maoïstisch China, en wie kon meepraten?  


Onzelfzuchtige Dochters van het Socialisme


Was in 1972, na 23 jaar Mao aan de macht, de belofte van gelijkheid verwerkelijkt? “Jazeker!” antwoordt dit overduidelijke propagandawerk niet geheel verrassend. De kaft pronkt met een heroïsche vrouwelijke arbeider die werk verzet voor het vaderland en vastberaden naar links kijkt (want dat is immers de richting die het land in moet gaan). Het boekje bespreekt China’s succesvolle emancipatiebeleid door tien voorbeelden te geven van (groepen) vrouwen die een centrale rol spelen in de ontwikkeling van het land, en daarbij niet onder doen voor mannen.


De waarde van vrouwen bestaat dus eigenlijk alleen als werkers, niet als mensen. Ze zijn dienaressen van de vooruitgang. Dit geldt overigens ook voor de mannelijke bevolking, maar toch is het zinvol dit te benoemen, omdat het wezenlijk verschilt van de eisen van de feministen een halve eeuw eerder. Zij waren voor emancipatie, voor de vrijheid te kiezen wat ze zelf willen. Dat je als radar in het systeem nu iets hoger bent geplaatst, is dan geen grote overwinning.


De vrouwen aan het woord zijn echter erg gelukkig met hun positie. Ze vergelijken meermaals hun huidige situatie met hoe het daarvoor was. Ze hebben nu de mogelijkheid om te werken en krijgen hetzelfde betaald als mannen. Daardoor is binnen de familie de verhouding gelijkgetrokken. Daarnaast is huishoudelijk werk door de industrialisering minder belastend. En het allerbelangrijkste: de komst van onderwijs (met name beroepsonderwijs) helpt hen vooruit. Zo kunnen zij op elk niveau meedraaien. Het boek laat trots zien dat zelfs zwaar fysiek werk ook voor vrouwen is weggelegd, of het nu gaat om houthakken in winterse vrieskou of gevaarlijk constructiewerk op elektriciteitslijnen. De mensheid is de schepper van het lot, en zij weten de natuur onbevreesd te bedwingen. 




De Groep en de Ik


De meeste hoofdstukken focussen zich op een collectief, en de verhalen zijn dan ook heel algemeen verwoord. Het gaat over een groep die iets samen bereikt. De emoties zijn hierbij simplistisch en uniform, waarbij geen ruimte is voor spanning. De motivatie achter hun harde werk is altijd een citaat van Mao, dat ze uit hun hoofd kennen. Het zijn, kort gezegd, vlakke, eentonige, saaie verhalen. Ik verwacht niet dat er ooit een spannende verfilming gaat komen van het hoofdstuk “Housewives can make electronic equipment”.


De eerste drie hoofdstukken zijn in vergelijking veel interessanter. Deze zijn namelijk geschreven vanuit het ik-perspectief, in tegenstelling tot de andere verhalen, die door een afzijdige journalist zijn neergepend. Het narratief is nog steeds ongenuanceerd, maar het persoonlijke karakter helpt wel om je in te leven in de ervaringen van deze vrouwen.


Het meest opvallende hoofdstuk ging over Pasang, een vrijgevochten vrouw uit de lage klasse in Tibet. Ze beschrijft haar leven in het onafhankelijke Tibet als een gruwel, waarbij ze werd onderdrukt en vernederd door de harteloze religieuze elite. Ze weet gelukkig te ontsnappen aan haar situatie, en wordt opgenomen door de Rode Garde, die haar een menswaardig leven geeft.


Voor de gemiddelde westerling is dit narratief van een onderdrukkend Tibet en een emanciperend China raar. De Partij heeft echter vaak op deze manier de invasie van Tibet gelegitimeerd. En het is ook niet volledig onwaar. Er was veel ongelijkheid in de theocratische staat. China heeft op zijn minst veel technologische en infrastructurele ontwikkelingen in gang gezet, al is dat natuurlijk ook om gebruik te maken van de rijkdom aan grondstoffen. Wat er ook van kloppen mag, het is veelzeggend dat de rechtvaardiging van het systeem wordt onderbouwd door claims van welvaart, gelijkheid en bovendien vrijheid.



Kanttekeningen bij het heroïsche werk


Al mag de boodschap van het boek rooskleurig zijn, de realiteit was weerbarstiger. In 1972 stond China nog in het teken van de Culturele Revolutie, die vernietigende chaos die een permanente breuk met het verleden betekende. In het boek staan volop verwijzingen naar wreedheden, die eufemistisch verwoord zijn om positief te klinken. Zo reizen stedelijke studentes opgewekt naar het platteland om daar te leren van de boeren, terwijl het in feite een dwangcampagne was om de intelligentsia de mond te snoeren. Of verzetten arbeiders zich tegen de snode plannen van Liu Shaoqi, terwijl Liu alleen door Mao als schurk werd neergezet omdat hij te machtig was geworden. 


Zonder blikken of blozen wordt slavenarbeid vertaald naar "bruggen bouwen". Zelfs over de Grote Sprong Voorwaarts, die leidde tot een hongersnood waaraan tientallen miljoenen mensen zijn overleden, wordt nog gesproken alsof het een unaniem groot succes was. De taal geeft geen ruimte voor kritiek, terwijl we met de kennis van nu niet anders kunnen dan kritisch kijken.



Pygmalion en de beschreven vrouw  


Dat brengt ons bij de vraag: wie schrijven deze verhalen? Zoals gezegd telt het boek drie insiders en zeven outsiders (er voor het gemak van uitgaande dat ze het daadwerkelijk zelf hebben geschreven). Maar ondanks het ik-perspectief verandert de retoriek amper. De tien verschillende auteurs klinken hetzelfde, gebruiken hetzelfde jargon.


En van wie is het jargon? Van Mao, van de communistische partij, van mannen met macht. De gemarginaliseerde vrouwen die hier spreken doen dat met dezelfde woorden als de ambtenaren. Hebben de vrouwen dan een stem, of lenen ze er eentje? Is het hun eigen lied, of is het een gedwongen cover?


Dit allemaal doet me denken aan Pygmalion van George Bernard Shaw. In dat toneelstuk leert een taalkundige een plat Londens meisje om chique te praten, zich netjes te kleden, en zo onderdeel te worden van de gegoede klasse. Wanneer zij dat bereikt heeft, wordt ze alom gewaardeerd en geadoreerd. Maar dat is ze zelf niet; het is het beeld dat een ander van haar heeft gemaakt. Haar stem is verstopt achter de taal van de machtigen.


Dat het de mannen zijn die de beslissingen maken, blijkt duidelijk aan het geïdealiseerde beeld van de nieuwe vrouw. Zij staan op de vele foto’s in het boekje, en hebben redelijk geslachtsloze figuren. Ze zijn nog te onderscheiden van mannen, maar het verschil is zoveel mogelijk verstopt. Vrouwen worden niet enkel gezien als gelijkwaardig aan mannen, maar als gelijk aan, hetzelfde als. Het resultaat is dat de mannelijke norm op vrouwen wordt toegepast. Ze dienen zich te verhouden tot de mannelijke standaard. Is dat werkelijke emancipatie?



Hoe is het vandaag?


De politieke macht ligt in China nog altijd bij de mannen. Er is nooit een vrouw verkozen tot het Permanente Comité van het Politbureau, de belangrijkste groep leiders van het land. Wat betreft gelijkheid is er eerder sprake van regressie dan progressie. Na Mao raakten traditionele ideeën over het gezin en man-vrouwrollen meer in zwang, en door Xi worden ze ook actief gepropageerd. Recentelijk werden bijvoorbeeld mannelijke tv-personages die zich te vrouwelijk gedragen, door de staat gecensureerd.


Ondanks alle hierboven besproken problemen heeft de Partij onder Mao toch veel gedaan voor de emancipatie van vrouwen. Hun kansen op het gebied van onderwijs, werk en financiële onafhankelijkheid namen aanzienlijk toe onder het communisme. Deze ontwikkeling is echter niet doorgetrokken, en conservatieve ideeën over het gezin blijken hardnekkig. Het valt nog te bezien hoe de partijlijn zich in de toekomst ontwikkelt, al lijkt Xi Jinping niet de grote emancipator die Mao was volgens New Woman in New China.  

  






 






Reacties

Populaire posts van deze blog

Muziek, Anarchie & Zweven buiten het Universum - Jan de Meyers De Weg & De Deugd

De Zoektocht naar het Menselijke na Mao: Dai Houyings Stones of the Wall

De Litouwenrel: China's praktijk in de internationale betrekkingen