Liefde voor de vlag: Chinese Blockbusterpropaganda

Bij staatspropaganda denk ik persoonlijk snel aan van die grootse twintigste eeuwse taferelen, zoals de films van Reni Liefenstahl die het nazisme aanprijzen of de prachtige communistische posters van de Sovjet-unie. Ook maoïstisch China was een indrukwekkende propagandafabriek, van de talloze socialistisch realistische schilderijen tot het boekje New Women, dat ik in mijn vorige artikel besproken heb.

De Chinese Communistische Partij is zeker niet gestopt met propaganda maken, maar gaat wel duidelijk met zijn tijd mee; het neemt nu de vorm aan van ware blockbusters, die ook erg populair zijn. Zo verscheen in 2019 de film 我和我祖国 (My People, My Country), ter viering van het zeventigjarig bestaan van de Volksrepubliek China. Het vertelt zeven verhalen uit zeven verschillende perioden van de Chinese geschiedenis vanaf 1949. En het is een prachtige kijk in de patriottische narratieven die de Partij de hedendaagse Chinese burger voorschotelt.


Collectivistisch Geheugen

De film speelt constant in op het collectief geheugen; het schetst persoonlijke narratieven rondom bekende gebeurtenissen uit de Chinese geschiedenis, zoals de oprichting van de Volksrepubliek, de succesvolle ontwikkeling van een atoombom en het herinlijven van Hongkong, maar ook minder politieke momenten zoals de Olympische Spelen in Beijing van 2008. Gevangen in beeldfragmenten wordt deze geschiedenis een symbool voor de schoonheid van de Chinese natie en de kracht van het Chinese volk. Controversiële passages waar westerlingen misschien eerder aan denken, zoals de Korea-oorlog, de Culturele Revolutie, de Grote Sprong Voorwaarts of de Tiananmenprotesten, worden niet getoond.

De verhalen van de personages gaan grotendeels over de kleine, maar toch waardevolle bijdragen die ze kunnen bieden aan het land. Neem bijvoorbeeld het eerste deel: voor de ceremonie ter ere van de oprichting van de Volksrepubliek is een uitvinder druk in de weer met het testen van een automatische vlaghijsmachine. Mocht dit als een raar of saai plot klinken, de film neemt het bloedserieus. De inzet is hoog: als de machine werkt, bewijst de Volksrepubliek hiermee haar technologische vaardigheden aan de hele wereld. Het moment is van symbolisch belang, omdat de Communistische Partij wetenschap en technologie centraal stelt voor de ontwikkeling van de staat. Zonder werkende vlaghijsmachine geen communistische utopie.


Imperfecte dienaars

De personages zijn kortom trotse radertjes in het systeem, zonder wie China niet zou functioneren. De meeste voelen ook mechanisch aan, zonder al te veel nuance of eigenschappen. Een uitzondering is de Pekinese taxichauffeur uit het vierde verhaal, een man uit de arbeidersklasse die niet op zijn mondje is getrapt. Hij wint bij zijn werk een loterij en mag aanwezig zijn bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen. Hij wil het ticket cadeau doen aan zijn zoontje, met wie hij een slechte band heeft sinds de scheiding met zijn vrouw. Hij raakt het echter kwijt aan een kind dat in zijn taxi is gestapt. Boos spoort hij het kind op en eist het ticket terug, maar dan komt hij erachter dat het jongetje naar het stadium wil gaan, omdat zijn vader, overleden bij de aardbeving in Sichuan eerder dat jaar, meegebouwd heeft aan het stadium. Hierop gunt de chauffeur de jongen toch het ticket. Als het kind vervolgens op nationale TV wordt geïnterviewd, bedankt hij de taxichauffeur, wiens naam hij is vergeten.

Opvallend (en sterk) aan dit deel was de ruimte voor imperfectie. De protagonist heeft een kort lontje en is ad rem, anders dan de hoofdpersonages ervoor die allemaal eindeloos ernstig zijn. Het verhaal contrasteert een mooie gebeurtenis met een vreselijke natuurramp uit hetzelfde jaar. Tegelijkertijd bespreekt het een maatschappelijk probleem, namelijk het groeiend aantal echtscheidingen en de impact die dat heeft op kinderen. De chauffeur verdient uiteindelijk niet het respect van zijn zoontje waar hij zo naar verlangt, en al prijst het kind op TV zijn vrijgevigheid, hij krijgt er geen persoonlijke erkenning voor.

Toch valt het allemaal binnen de boodschap van de film. De chauffeur, in zijn werk maar ook in zijn onbaatzuchtige daad, is net als de duizenden dansers op het podium: onderdeel van een prachtig geheel. Ze doen het niet voor persoonlijke roem, maar voor het grotere goed. En daar mag iedereen blij mee zijn; Het eindshot toont de chauffeur die uitzinnig juicht, met op de achterkant van zijn kale kop een Chinees vlaggetje geschilderd.  


Opoffering, maar voor wie?

Patriottisme is ons in het Westen natuurlijk niet vreemd. Er zijn genoeg Hollywoodfilms die het Amerikaanse leger romantiseren, en ook in Nederland verheerlijken we onze geschiedenis met films over Michiel de Ruyter. Het beeld van de hoofdpersoon die zichzelf opoffert voor de goede zaak is ook zeker niet uniek voor Chinese propaganda.

Wat wel anders is en wat mij als westerse kijker enorm opviel was de spanning tussen romantische liefde en nationalistische liefde. In meerdere verhalen is er een direct conflict tussen de twee. Een daarvan speelt in 1984, en gaat over een jongetje, wiens vader als enige in de wijk in het bezit is van een televisie. Iedereen is in de ban van de Olympische Spelen, waar het Chinese vrouwenvolleybalteam het opneemt tegen de VS in de finale. Zijn buren smeken het jongetje te helpen door het dak op te klimmen en de satelliet aan te sturen, zodat er een signaal is en de buurt de wedstrijd kan kijken. 

Het jongetje daarentegen is niet zo geïnteresseerd in volleybal; zijn crush vertrekt dezelfde dag naar de Verenigde Staten en hij wil haar een afscheidscadeau geven. Steeds wil hij wegrennen om haar te zoeken, maar ontmoet dan ontevreden stemmen van beneden die niet zonder hem kunnen.   

Op de climax van het verhaal, wanneer hij het meisje beneden ziet lopen en naar haar toe wil gaan, verschijnt (in slow-motion natuurlijk) een wapperende Chinese vlag. Zo ontzagwekkend is de aanblik, dat hij zich weer bewust wordt van het beroep dat zijn buurtgenoten, zijn volk, zijn land op hem doen. Hij kan niet weg, hij moet kiezen voor het collectief. Het meisje verdwijnt met haar moeder mee, om nooit meer terug te keren. 

Jaren later blijkt hij zelf een succesvol sporter te zijn geworden, en bevindt hij zichzelf in een hypermoderne talkshowstudio. Hij vertelt dit verhaal, waarop de presentator vermeldt dat ze het meisje uit zijn jeugd hebben teruggevonden. Net wanneer ze elkaar in de ogen kijken, blijkt dat China wederom goud heeft behaald bij een Olympische discipline. Schouder aan schouder kijken ze naar het scherm van uitzinnige Chinese supporters.

Het is een ambigu eind; is de opoffering het waard? Hadden zijn buurtgenoten hem echt nodig? Waarom moest het tragisch eindigen? Hadden ze niet gewoon samen mogen zijn? Ik merkte dat de plot me verwarde juist omdat ik als westerling doordrongen ben van het narratief van de romantische liefde die alles overstijgt. Hollywoodfilms zijn kraakhelder: als je liefje vertrekt, laat je alles achter, ren je achter haar aan (het liefst naar een vliegveld, dat is het ondubbelzinnigste symbool voor afstand), en volgt een grootse toespraak over je intense gevoelens voor haar. Maar hier verwaarloos je je individuele verlangen voor het verlangen van de groep.  

Het is goed om te bedenken dat dit propaganda is, en niet zomaar een film. Het gros van de Chinese populaire media gaat juist over zoetsappige liefde en andere individuele verlangens. Daar is de grote liefdesverklaring ook de ultieme climax. En je ziet in de film dat de Partij mee moet gaan in deze cultuurverandering. Anders dan in maoïstische propaganda speelt romantische liefde namelijk wel een belangrijke rol; in de propaganda van de jaren 70 leek het alsof de enige bestaande emotie klassenbesef was. Met deze film erkent de Partij dat er inderdaad meer bestaat, dat we als individu intense gevoelens koesteren, maar dat het nog altijd ondergeschikt staat aan de collectieve wil.


Symboolpolitiek

Dan wil ik het nog hebben over wat er nu eigenlijk in de film gebeurt. Alle verhalen gaan over grote symbolische daden: sportwedstrijden, militaire parades, raketlandingen. Veel van de grote geleidelijke veranderingen zie je eigenlijk alleen zijdelings gebeuren. De modernisering, technologische ontwikkeling en uitbreiding van de infrastructuur komen wel kort in beeld, maar staan niet centraal in de patriottische boodschap. De reden van vreugde is altijd de trots op de natie, niet het toenemende welzijn van het volk. Het land dat de grootste armoedereductie in de wereldgeschiedenis heeft teweeggebracht, kiest ervoor meer aandacht te besteden aan de complexiteiten van vlaghijsen.

Propaganda leeft immers van symbolen. De vlag, zo zien we keer op keer, is het krachtigste, ontroerendste symbool, nagenoeg alomvattend. Niet alleen is het direct herkenbaar en makkelijk te gebruiken, ook is de staat eigenaar van de vlag. Het is namelijk de vlag van de Volksrepubliek China. Het symboliseert niet enkel het volk of de natie in abstracte zin, maar ook heel concreet de staat. Liefde voor China betekent volgens de film liefde voor de communistische staat. 

Het is makkelijk om “de Chinese cultuur” te generaliseren naar aanleiding van zulke propagandafilms, maar dat is niet wat ik wil doen. Het media-aanbod in China is breed, en het is niet alsof het Chinese publiek alleen maar verlangt naar deze soort collectivistische verhalen. De conclusie is niet “goh wat zijn Chinezen toch raar met hun liefde voor het vaderland”, wat vaak wel de impliciet de houding is van veel Nederlandse nieuwsitems over China. Wat ik juist wil laten zien is hoe propaganda zich heeft aangepast aan de gecommercialiseerde samenleving, hoe deze zeven verhalen omgaan met de spanningen tussen collectivistische idylles en de individualisering in een geglobaliseerd tijdperk, en hoe de Partij symbolen en herinneringen toe-eigent om hun boodschap te versterken. 

Dan rest ons de vraag: Is de propaganda geslaagd? Heeft het patriottisme aangewakkerd in de Chinese kijkers? De film was commercieel een groot succes, en het had ook enige artistieke geloofwaardigheid (een van verhalen is ook verfilmd door Chen Kaige, een wereldwijd gerespecteerd regisseur). Maar dat zegt niets over of het doel van de propaganda is behaald. We kunnen aan de film niet zien hoe het Chinese publiek het heeft geïnterpreteerd. Ze hoeven helemaal niet geraakt te zijn door de patriottische moraal van het verhaal. Misschien vonden ze de film gewoon spannend, indrukwekkend, cinematografisch mooi, of speelde hun favoriete actrice mee. Zijn Nederlandse kijkers het eens met de ideologie van The Avengers als ze fan zijn van de actiescenes? Propaganda kan ons wereldbeeld vormen en dat moeten we niet onderschatten, maar tegelijkertijd moeten we onthouden dat er (zoals bij alle kunst) een kloof bestaat tussen artiest en publiek, en dat de laatste oneindig veel verschillende betekenissen schept. Is het ideaal van propaganda, om de geest van een volk te beteugelen, om ingenieur te zijn van de ziel, haalbaar, of is het enkel hybris?   

 




Reacties

Populaire posts van deze blog

Muziek, Anarchie & Zweven buiten het Universum - Jan de Meyers De Weg & De Deugd

De Zoektocht naar het Menselijke na Mao: Dai Houyings Stones of the Wall

De Litouwenrel: China's praktijk in de internationale betrekkingen